Jan de Hartog
Je bent hier:

Beweegredenen van Engelandvaarders IV

Door Agnes Dessing 

Na de eerder besproken motieven van Engelandvaarders om de reis naar Engeland te wagen (vaderlandsliefde, oranjegezindheid etc.), kom ik in deze laatste aflevering van mijn serie artikelen in de Nieuwsbrief over beweegredenen van Engelandvaarders bij de minder verheven beweegredenen.
Engelandvaarders zijn en waren ook maar gewone mensen, dus het zou raar zijn als er bij sommigen van hen niet ook privé-problemen een rol hebben gespeeld bij hun besluit om naar Engeland te
ontsnappen.


Ik gaf al eerder het voorbeeld van schrijver Jan de Hartog, die in 1943 tot Engelandvaart besloot omdat hij zowel privé als professioneel “geen kant meer op kon”. Doordat hij een relatie had met een andere, eveneens getrouwde vrouw, stond zijn huwelijk op springen. En doordat hij zich niet bij de Kultuurkamer wilde aansluiten, was het voor hem niet meer mogelijk om in Nederland boeken te publiceren. In plaats daarvan wilde hij in het Engels gaan schrijven.


De meeste Engelandvaarders waren een stuk jonger dan de 29-jarige De Hartog en nog niet gehuwd, laat staan dat ze kinderen hadden. Hun privé-problemen waren van een andere orde: ze hadden ruzie thuis, waren vastgelopen in hun studie of werk en zagen de tocht naar Engeland als een manier om uit deze netelige situatie te ontsnappen.


Zo verklaarde een 20-jarige Engelandvaarder, die in juli 1943 in Londen arriveerde, dat hij al jaren met zijn stiefvader overhoop lag. Om die reden was hij ver buiten de woonplaats van het gezin (Den Haag) naar school gegaan en hij had ook een baan gevonden.
Oktober 1942 keerde hij terug naar het huis van zijn moeder om het “weer eens te proberen”. Maar het leven thuis werd al snel ondraaglijk. Op 25 november nam hij daarom de trein naar
Roosendaal en overschreed nog diezelfde dag de grens met België. De eerste stap op weg naar Engeland was gezet!


Wellicht ten overvloede moet nog opgemerkt worden dat deze Engelandvaarders – hoewel mede
gedreven door privé-problemen – zich net zo goed voor de geallieerde zaak hebben ingespannen als andere Engelandvaarders die uit vaderlandsliefde, oranjegezindheid etc. koers zetten naar Engeland.

Jan de Hartog