



Documenten die iets vertellen over Engelandvaarders kom je in het Nationaal Archief op uiteenlopende plekken tegen. ´Breed zoeken´ is dan ook meestal mijn advies aan collega-onderzoekers, want als je alleen maar afgaat op de omschrijving in de inventaris kun je een hoop informatie mislopen. Archieven van diplomaten of gezantschappen bijvoorbeeld: menig Engelandvaarder zocht ten einde raad hulp bij een Nederlands gezantschap in den vreemde. Dat dat niet altijd de gewenste hulp tot gevolg had, is inmiddels genoegzaam bekend. Bij het lezen van de biografie die Albert Kersten schreef over oud-minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns werd mijn aandacht gevestigd op diens werkzaamheden op de gezantschappen in Bern en Lissabon tijdens de
Tweede Wereldoorlog1. Luns onderscheidde zich in positieve zin van oudere diplomaten die het in strijd achtten met hun beroepsopvatting om inlichtingenwerk voor de Nederlandse regering te verrichten. Daarnaast spande hij zich actief in voor Engelandvaarders. Nieuwsgierig geworden heb ik het persoonlijk archief van Luns opgevraagd en trof daarin twee uiterst interessante privé-albums aan met foto’s gemaakt in Zwitserland, Spanje en Portugal tijdens de oorlog.
Bern was zijn eerste post als diplomaat. Begin januari 1940 vertrok hij met zijn echtgenote E.C. (‘Lia’) Luns-van Heemstra per auto naar Zwitserland, waar hij samen met gezant J.J.B. ridder Bosch van Rosenthal de missie zou vormen. Als enige medewerker van de gezant mocht Luns zich bezig houden met het vercijferen en decoderen van geheime telegrammen, dossieropbouw en rapportage over de ontwikkelingen in Zwitserland, kortom, het gebruikelijke diplomatieke handwerk. Bern was geen belangrijke post, maar dat veranderde door het uitbreken van de oorlog. Als neutraal en onbezet land te midden van een grotendeels door Duitsland bezet Europa werd Zwitserland de speeltuin van diverse buitenlandse inlichtingendiensten die elkaar de vliegen probeerden af te vangen. En er kwam een stroom Joodse vluchtelingen en Engelandvaarders op gang, voor wie opvang en doorreispapieren moesten worden geregeld. Door deze omstandigheden genoodzaakt, besloot de Nederlandse regering in ballingschap het gezantschap uit te breiden, o.a. door de militair-attaché uit Rome, generaal-majoor A.G. van Tricht, naar Bern over te plaatsen. Van Tricht legde, met medewerking van Luns, de basis voor een Engelandvaardersroute via het nog onbezette Vichy-Frankrijk naar Spanje en Portugal. Vanuit Londen werd Luns tevens benaderd om – zonder medeweten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken – inlichtingen uit bezet gebied door te sturen. Dit verzoek was indirect afkomstig van François van ’t Sant, particulier secretaris van koningin Wilhelmina en op dat moment nog hoofd van de Centrale Inlichtingendienst2. Om die reden legde Luns met succes contact met dr. W.A. Visser ’t Hooft, secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken in Genève, wiens berichten hij doorstuurde naar Londen. Lang heeft dit niet geduurd, want in april 1941 werd Luns overgeplaatst naar het gezantschap in Lissabon, de hoofdstad van het eveneens onbezette en neutrale Portugal.
Het gezantschap in Lissabon zat op dat moment zonder gezant, omdat de vorige gezant, J.G. Sillem, door Buitenlandse Zaken was ontslagen. Portugal gaf echter, onder Duitse druk, geen toestemming voor de aanstelling van een nieuwe gezant, als gevolg waarvan mr. F.C.A. van Pallandt werd aangesteld als tijdelijk zaakgelastigde. Luns zou hem gaan
assisteren als legatie-secretaris. De werkzaamheden verschilden niet veel van die in Bern, maar de nadruk kwam meer te liggen op het verwerven van Portugese visa voor Engelandvaarders en de zorg voor Nederlandse schepelingen die Portugal aandeden. Hij bleef zich ook bezighouden met de doorstroom van Engelandvaarders die vanuit Zwitserland kwamen, daarvoor gebruik makend van zijn particuliere correspondentie met Van Tricht in Bern. Het verblijf in Lissabon kwam in november 1943 ten einde door een overplaatsing naar de afdeling Diplomatieke Zaken in Londen, wat een promotie betekende.
De fotoalbums geven een aardig beeld van het verblijf in Bern en Lissabon3. Naast kiekjes van het privéleven, zien we Luns aan het werk, zittend in zijn werkkamer of in vol ornaat bij officiële bijeenkomsten. Vermoedelijk was het zijn vrouw Lia die de albums bijhield en de foto´s van bijschriften voorzag. De meeste foto’s zijn van informele momenten: picknickend, of zeilend met vrienden of collega’s. Een geliefd onderwerp is hun zwarte hond Peps. Ook zijn er foto’s van een eenvoudig maar smaakvol ingericht appartement in Lissabon, dus al met al was het verblijf daar zeker niet onaangenaam. Opvallend zijn de foto’s van Luns in ontbloot bovenlijf wandelend door de Portugese bergen. Op sommige foto’s zie je Engelandvaarders voorbij komen, zoals Eddie en Eleonore Hertzberger, met wie Luns en zijn vrouw een dagje op stap gingen in de omgeving van Lissabon. Of een ontspannen in het gras zittende Cees van Brink die na zijn geheime MI6- operatie in bezet Nederland in Lissabon werd ingeschakeld op het gezantschap. Een andere Engelandvaarder die Luns kende uit Lissabon was Gerard Dogger, zelfs nog tijdelijk zijn plaatsvervanger als legatie-secretaris4. Ze hielden contact, want getuige een foto was het echtpaar Luns aanwezig op de bruiloft van Dogger in Engeland in november 1945.
1 Albert Kersten, Luns. Een politieke biografie (2010), p. 61-67
2 Jhr. Mr. G. Beelaerts van Blokland, Belevenissen te Londen 1940-1945 (1997), p. 35
3 Nationaal Archief, coll. 2.21.351 J.M.A.H. Luns [levensjaren 1911-2002] , Inv.nr. 98 en 99.
4 Gerard Dogger, De vierkante maan (1979), p. 211