Frank Oz
Je bent hier:

Frank Oz bezoekt Museum Engelandvaarders

Bert, Grover en Koekiemonster uit Sesamstraat. Miss Piggy, Fozzy Bear, Animal en Sam the Eagle uit de Muppet Show. En Yoda, de jedimeester uit Star Wars. Allemaal creaties – wie kent ze niet? – van Frank Oz, de Amerikaanse poppenspeler, acteur en filmregisseur.

Zondag 8 december 2024 bezocht Frank, inmiddels 80 jaar, Museum Engelandvaarders. Met een bijzondere reden: zijn ouders, Isidore Oznowicz en Frances Ghevaert, zijn allebei Engelandvaarder. Bij het uitbreken van de oorlog woonden ze – hij een Joodse Nederlander en zij een Vlaamse – in Antwerpen. 

Isidore was net als later zijn zoon poppenspeler, Frances kleedde de poppen aan. In de meidagen van 1940 slaan ze op de vlucht voor de Duitsers en weten ze via Frankrijk (Bordeaux, Toulouse, Mazères en Biarritz), Marokko (Casablanca), Portugal (Lissabon) en Gibraltar in Engeland aan te komen, Isidore in oktober 1941, Frances een paar maanden later. Isidore sluit zich in Engeland aan bij de Prinses Irene Brigade en helpt mee Zuid-Nederland te bevrijden. Na de oorlog keren ze terug naar België. Een paar later emigreren ze met de jonge Frank naar de Verenigde Staten.

Frank Oz

In het museum werd Frank ontvangen door Paul Bartelings, Philip Winckel, Martine Zeeman en Paul en Marian le Coultre. “Very impressive”, was zijn oordeel over het museum. Het interactieve karakter ervan sprak hem zeer aan. Dat gold ook voor de film die in het museum over de “route Koole-Schrader” wordt vertoond. Het verhaal over de Engelandvaarders is in de Verenigde Staten nog niet zo bekend, zei Frank, maar zou dat wel moeten zijn.

Frank is in Nederland op uitnodiging van het Nationaal Archief in Den Haag. Hij woonde daar op dinsdag 10 december de opening bij van de tentoonstelling “Op de vlucht voor Hitler”.

Deze tentoonstelling is gewijd aan de vlucht van zijn ouders voor de nazi’s. Pronkstuk is een marionet die Hitler uitbeeldt. De marionet werd gemaakt door Isidore en aangekleed door Frances. Vlak voor hun vlucht begroeven ze deze pop in de tuin. Na de oorlog groeven ze hem op en namen hem later mee naar de Verenigde Staten. 

Uiteindelijk belandde de pop in de woonkamer van Frank.

In het Nationaal Archief werd Frank geïnterviewd door Guus Valk, journalist bij de NRC. 

Aangrijpend is het moment waarop Frank vertelt dat zijn ouders de boot misten waarmee zij uit Frankrijk zouden vluchten. Om tot de volgende boot te worden toegelaten moest hij de naam van de eerder vertrokken boot noemen. Met veel moeite wist Isidore zich te herinneren dat die naam met een P begon. De soldaat die de toegang bewaakte was zo aardig om te vragen: “De Parmentier?” “Ja”, kon een opgeluchte Isidore toen antwoorden. Frank realiseert zich dat, als zijn vader die letter niet had onthouden en die soldaat hem niet had geholpen, hij er hoogstwaarschijnlijk niet geweest zou zijn …

De tentoonstelling is tot 21 april te bezoeken in het Nationaal Archief te Den Haag. Zie ook: Op de vlucht voor Hitler in het nationaal archief.