In de val getrapt
door Jos Teunissen
In de muren van cel 362 in het ‘Oranjehotel’ zijn deze namen en data gekrast: De Wit 9-12-’41 Scheveningen, Spier 9-12-’41, Polak 9-12-’41, Mevr. Spier-Bendien 9-12-’41. Ze horen bij de personen die er op 9 december 1941 werden opgesloten na een verraden poging tot Engelandvaart.
De 29-jarige Alfred Samuel de Wit heeft bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog een huisartsenpraktijk in de Spoorlaan 96 in Tilburg. Hij is op 5 april 1911 in Amsterdam geboren als oudste zoon van Nathan de Wit, vertegenwoordiger in schoenen, en Henriette Wolff. Hij heeft twee jongere zussen: Rosa (27) en Mary (25).
Het gezin is in 1920 verhuisd naar Den Haag, waar het ging wonen op de Carel Reinierszkade 259.
Na zijn eindexamen HBS begon Fred als 17-jarige aan de studie medicijnen in Leiden en na zijn afstuderen op 17 januari 1936 werd hij huisarts in Tilburg. Als arts was hij er verbonden aan het Burgerlijk Armbestuur. Ook was hij actief in het Tilburgse verenigingsleven, onder meer als bestuurder van de paardrijvereniging Hippos, als jurylid bij bridgedrives, als voorzitter van de Tilburgsche Reddingsbrigade en als voorzitter van de Vereniging Achdoeth Tilburg. In 1934 heeft hij zich verloofd met de dan 23-jarige Emmy Rosa Hartog. Op 4 oktober 1937 trouwden ze in de synagoge in Den Haag en op 11 april 1939 werd hun dochter Jetty geboren.
Als op 29 augustus 1939 de mobilisatie van het Nederlandse leger wordt afgekondigd, krijgt ook Fred de Wit een oproep. In januari 1940 sluit hij tijdelijk zijn praktijk om reserve officier-arts te worden. Tijdens de inval van het Duitse leger neemt hij deel aan de strijd om de Grebbeberg. Zijn vrouw Emmy en dochter Jetty zijn meteen na de Duitse inval op 10 mei 1940 naar Frankrijk gevlucht, waarna ze per schip konden oversteken naar Engeland.
Na de capitulatie van het Nederlandse leger blijft Fred alleen achter in Tilburg. Hij hervat zijn praktijk, maar per 1 juni 1941 is het Joodse artsen verboden niet-Joodse patiënten te behandelen. Hij draagt zijn praktijk over aan de huisarts W. van de Loo. Gezien de geringe omvang van de Joodse gemeenschap in Tilburg is er vanaf dat moment weinig werk voor De Wit. Hij gaat aan de slag voor de (Joodsche) Coördinatie Commissie (JCC) die in Tilburg een kantoor heeft in de Telefoonstraat 5A. Ook is hij betrokken bij de oprichting van Joodse scholen; die zijn nodig omdat vanaf september 1941 Joodse kinderen geen onderwijs meer mogen volgen op reguliere scholen.
Bertram Polak
Robert Spier
Tineke Spier- Bendien
Begin december 1941 besluit Fred samen met zijn vriend en leerhandelaar Bertram Polak (23), Robert (‘Bobby’) Spier (28), directeur van een leerfabriek in Tilburg, en diens echtgenote Tineke Bendien (21) te proberen naar Engeland te ontkomen. Ze hebben van een echtpaar een aanbod gekregen: tegen betaling kunnen ze vanuit Scheveningen per boot naar Engeland worden gebracht. Op 9 december reizen ze met de trein naar Den Haag, maar bij aankomst op het station Hollandse Spoor worden ze opgewacht door twee Haagse politieagenten en de SD’er Kurt Bläse. Ze zijn in de val getrapt.
Het viertal wordt als Schutzhäftlinge naar het Huis van Bewaring in Scheveningen (het ‘Oranjehotel’) gebracht. Op 2 februari 1942 gaan de drie mannen op transport naar Kamp Amersfoort, waar ze moeten werken in het zogeheten ‘Judenkommando’, en vandaar op 16 juli ‘42 naar Auschwitz. Na aankomst wordt Fred de Wit geselecteerd als ‘arbeitsfähig’, met het nummer 48459 op zijn rechter onderarm getatoeëerd. Vermoedelijk is hij in september 1942 in of in de omgeving van Auschwitz om het leven gebracht. Als ‘officiële’ overlijdensdatum wordt 17 juli 1942 aangehouden, de dag waarop hij in Auschwitz aankomt.
Bertram Polak en Robert Spier stierven op 17 augustus in Auschwitz, Tineke Bendien op 19 maart 1945 in Mauthausen. Voor elk van de vier is in Tilburg een ‘struikelsteen’ geplaatst.
Bronnen:
de Beer en G. Kobes: Het leven gebroken – De geschiedenis van de Tilburgers die als gevolg van de strijd tegen Duitsland en de bezetting om het leven kwamen, Tilburg 2002
Arnoud-Jan Bijsterveld: Gedenkteken voor slachtoffers en overlevenden – Het verhaal achter de ‘struikelsteen’ voor Bertram Polak (1918-1942). In: Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur 29 nr. 1 (2011) p. 3-14
Nationaal Monument Oranjehotel
Gemeentearchief Den Haag, personenregister
Struikelstenengids, Stichting 18 September