Je bent hier:

LEEN KOOPS – 72 BOMBARDEMENTSVLUCHTEN – MILITAIR 

Leendert Koops, geboren op 9 augustus 1919 in Groningen in een gezin met 11 kinderen, dient in het voorjaar van 1940 als matroos op het schip SS Maaskerk. Op 7 mei ligt het schip in de haven van Antwerpen Als het Duitse leger Nederland binnenvalt en de nederlaag van het Nederlandse leger onvermijdelijk is, besluit de bemanning uit te wijken naar Engeland met het doel van daaruit de geallieerde strijd voort te zetten. 

Enkele dagen voor Leendert dienst neemt op de SS Abbekerk wordt dit schip op 8 september 1940 in Londen tijdens een aanval van de Luftwaffe door bommen geraakt. Hij meldt zich vervolgens voor dienst als verkenner bij het Nederlandse landleger in Congleton, maar na enkele maanden verzoekt hij om overplaatsing naar de RAF. Na een opleiding tot navigator voegt hij zich eind 1942 bij het Nederlandse 320-squadron binnen de RAF. Hij vliegt er aanvankelijk in de rang van tweede luitenant in AVRO ANSON-vliegtuigen. 

In het najaar van 1943 neemt Leendert als navigator in B25 Mitchell bommenwerpers deel aan operationele vluchten die het “320” voor Bomber Command uitvoert op doelen in Frankrijk. 

Hij vliegt in totaal 72 missies en is daarvoor onderscheiden met onder meer het Vliegerkruis en de Britse Defense Medal. 

Na zijn demobilisatie werkt Leendert tot de jaren tachtig bij de KLM op Heathrow Airport in Londen. In 1981, na zijn pensionering, zet hij samen met zijn zonen Eric en Jan en zijn dochter Annette een sneltransportdienst op. 

Hij overlijdt op 27 september 1990. Bij zijn begrafenis werd in aanwezigheid van voormalige RAF-kameraden bij zonsondergang “the Last Post” geblazen. 

Aldus de beknopte biografie in de database van Museum Engelandvaarders. 

Ik ontmoette Leendert Koops in 1984 tijdens een etentje bij zijn “320-maat” Henk Voorspuy in East Sussex. Hun ervaringen bij het 320 Squadron wensten zij niet of nauwelijks met “buitenstaanders” te delen. Hoewel ik hen vragen stelde over die tijd, zeiden zij slechts op vriendelijke manier dat ik te jong was om het te begrijpen. Dat deze ontmoeting zou leiden, tot het uiteindelijk ontvangen van zijn kinderen in Museum Engelandvaarders 38 jaar later, om hem te herdenken, kon ik toen natuurlijk niet vermoeden. 

In november van 2021 stuurde Adrie van der Knaap mij een email door van Michael Koops, één van Leendert’s zonen, die na vier jaar van onderzoek samen met zijn zussen en broers, met informatie kwam over de ervaringen van zijn vader in oorlogstijd. 

Begin juni jl. was het zover: het verhaal van Leen Koops kwam met foto’s in de database en ik kon de familie Koops hiervan op de hoogte stellen. Prompt reageerden zij door een afspraak te maken voor een “family visit”. 

Op zaterdag 16 juli jl. mocht ik vijf van de zes kinderen van Leen Koops ontvangen: Eric, Michael, Jan, Annette en Linda.18 

Geassisteerd door Maurits Huijbrechtse heb ik tijdens koffie en cake iets verteld over de Engelandvaarders en het ontstaan van het museum. Maurits en ik deden een soort “tandem-rondleiding” in het kort. Ik de rode draad; hij de details, hetgeen een verrassend leuke combinatie was. De belangstelling van onze gasten werd almaar groter. Daarna gingen we de bunker in en konden wij hier en daar wat toelichting en antwoord op vragen geven. In de laatste kamer, tegenover de boot, bij de database, werd het stil. Ik liet hen de achternaam van hun vader intypen en het verhaal verscheen. Ik wachtte hen op in de koffiehoek met “tea and sympathie”, want het was een ontroerend moment voor onze gasten. 

De broers en zussen waren onder de indruk van ons museum en hadden eensgezind het gevoel, dat de WOII gerelateerde artefacten van Leendert Koops bij ons in goede handen waren: het vliegers-logboek, zijn onderscheidingen, foto’s, “dog-tag”, om maar een paar dingen te noemen. 

Het is overigens altijd weer een bijzonder moment om deze persoonlijke items, op missies gebruikt, in handen te mogen houden. 

Na het tekenen van de schenkings-overeenkomst, kondigde de familie Koops aan, dat zij terugkomen. Mogelijk al in september. En dan nemen zij hun echtgenoten, kinderen en kleinkinderen mee naar “this important museum”. 

Nu na 38 jaar zijn “war time history” aan het licht is gekomen, begrijp ik de reactie van Leen Koops op mijn vraag in 1984. Ik ben blij om in ieder geval nu, als gastvrouw, zijn kinderen en kleinkinderen in september te mogen ontvangen. 

Zolang er nog nabestaanden van Engelandvaarders en Engeland-gangers hun weg naar ons museum vinden om de ervaringen van hun familieleden te lezen en mee te ervaren, is het in mijn optiek, nog geen geschiedenis. Dat is het pas, wanneer deze gedocumenteerde verhalen geen enkele gevoelige snaar meer raken.