Onno Sinke
Op 7 december gaf Onno Sinke een lezing in het museum over Radio Oranje. Veertien jaar geleden heeft hij een proefschrift over Radio Oranje geschreven, waaruit hij voor zijn lezing een paar mooie parels lichtte.
Na de capitulatie had de Nederlandse regering aanvankelijk alleen via de BBC contact met bezet gebied. Omdat dit veel rompslomp meebracht, wilde minister Gerbrandy eigen zendtijd voor de Nederlandse regering. Vanaf 28 juli 1940 kreeg Nederland een kwartier zendtijd per dag, later een half uur. Dat was méér dan bijvoorbeeld de Fransen kregen.
Het was geen gemakkelijke klus om programma’s te maken: niemand in Londen had daar ervaring mee en de censuur door de Nederlandse regering en de Engelsen zorgde voor veel ergernis. Ook bij Koningin Wilhelmina. Nadat ze in 1943 een concepttekst van een rede met strepen en verbeteringen van Gerbrandy had terugontvangen, reageerde ze met: ‘Ik ben geen schoolmeisje aan wie men gecorrigeerde thema’s terugzendt.’
Lastig was ook dat de makers geen actuele informatie hadden over de situatie en sfeer in bezet Nederland. Zo berichtte Radio Oranje niets over de Februaristaking, terwijl een Amerikaanse radiozender dat al wel deed.
Het luisteren naar Radio Oranje was niet zonder risico’s. Er gold een luisterverbod, dat bij overtreding tot tien jaar cel of een hoge geldboete kon leiden. De Duitsers probeerden het luisteren naar Radio Oranje verder te beletten door stoorzenders te gebruiken en in mei 1943 het inleveren van radiotoestellen te gelasten.

Een aandachtig publiek