Je bent hier:

VRIJHEID, DISCRIMINATIE, VLUCHTEN EN VERZET 

Vrijdags bezochten de leerlingen van groep 8 van de Tweemaster in Lisse Museum Engelandvaarders. Zij deden mee aan een van de laatste pilots voor de game: Bestemming Engeland – Durf jij het. In groepjes van vier vormden zij in het museum verzetsgroepen die, gewapend met een tablet waarop zij hun opdrachten kregen, een Engelandvaarder moesten proberen te helpen naar Engeland te komen. De maandag erop was op school de nabespreking en praatten de leerlingen over onderwerpen als vrijheid, discriminatie, vluchten en verzet. 

Anderhalf uur hadden zij vrijdag de tijd om hun opdracht uit te voeren. Het lukte bijna alle groepen ‘hun Engelandvaarder’ veilig in Engeland te krijgen. De snelste groep deed er maar 36 minuten over, de langzaamste iets meer dan een uur, vertelde juf Marissa. Maar de leerlingen waren het met haar eens dat dit niet zo belangrijk was, dat het niet daar om draaide maar om wat je ervan leerde. 

Door het bezoek, het spel en de aandacht ervoor op school zijn ze meer te weten gekomen over de Tweede Wereldoorlog. En over het verzet. “Je moest kunnen liegen (tegen de Duitsers) en je had een vals paspoort nodig”, merkte een paar scholieren op. 

Aan het spel is ook een lesprogramma gekoppeld voor op school, met vragen die van alle tijden zijn. En al gauw hadden de leerlingen het maandag in de klas, in dezelfde groepjes als vrijdag, over onderwerpen als vrijheid, discriminatie, vluchten, herdenken, macht en verzet. Zij deden dat aan de hand van posters die bij het spel horen en die speciaal voor scholen zijn ontwikkeld. 

Eén groepje leerlingen zocht antwoorden op de vraag: vrijheid, wat betekent dat voor jullie? Zij kwamen op antwoorden als: Dat je kan doen wat je wil, dat je mag geloven wat je wil, de kleren kan aantrekken die je wil. 

Een ander groepje zocht samen naar voorbeelden van discriminatie en probeerde te verwoorden wat discriminatie is: “Dat je mensen belachelijk maakt om iets waaraan ze niets kunnen doen”, probeerde een meisje. ‘Mensen minderwaardig vinden’ zei een ander. 

Geef drie voorbeelden van mensen met macht, luidde een vraag op een van de posters. Dat leverde de mooie reeks Mark Rutte, Poetin en je ouders op. Het groepje had goed gekeken naar de aanwijzing bij de vraag dat ze daarbij konden denken aan Nederland, aan een ander land maar ook aan je klas of je familie. 

De leerlingen die het over vluchten en over verzet hadden, vonden in de oorlog in Oekraïne heel actuele antwoorden op vragen daarover. Voorbeelden van verzet vonden zij ook dichter bij huis. “Demonstranten verzetten zich. En de mensen in Groningen.”